maandag 30 januari 2012

Muze op Maandag: de trotse (of: koppige) koning

Tarquinius Superbus. Olieverfschilderij door Sir Lawrence Alma-Tadema (1867)
Bron: Wikimedia Commons
Morgen is het de verjaardag van onze koningin. In de Romeinse Oudheid hadden de Romeinen vanaf de vijfde eeuw hun buik vol van het koningshuis. En van één koning in het bijzonder. Muze op Maandag heeft een bekende anekdote over die ene.

Lucius Tarquinius Superbus (De Trotse). Want over hem gaat het hier. Op een dag komt een oude vrouw bij Tarquinius en zij biedt hem negen boeken aan voor een astronomisch hoog bedrag. Tarquinius weigert en de vrouw verlaat de troonzaal. Vervolgens verbrandt zij drie boeken en biedt Tarquinius de zes boeken aan, tegen hetzelfde bedrag als de negen. Tarquinius weifelt ... en weigert. Weer verbrandt de vrouw drie boeken. Weer keert zij terug. Nu met drie boeken en hetzelfde aanbod, de oorspronkelijke prijs van de negen boeken. Tarquinius koopt snel de boeken van de vrouw. Nooit meer keert zij terug.

Wat zijn dat voor een boeken dat zij zo waardevol zijn dat Tarquinius daar zo hoge prijs voor betaalt? En wie is die oude vrouw? De vrouw moet de Sibille geweest zijn. Een Sibille is een vrouw met voorspellende gaven. Misschien wel de beroemdste Sibille is de Sibille van Cumae. Zij is het die de Romeinse stamvader Aeneas bij Cumae de weg wijst naar de onderwereld. En die aan Tarquinius de boeken verkoopt.

En die boeken bevatten voorspellingen. Zij zijn geschreven in het Grieks en zij worden geraadpleegd alleen dan als het Romeinse Rijk zich in grote nood bevindt. De 'oorspronkelijke' Sibillijnse boeken worden bewaard in de tempel van Jupiter op het Capitool, tot een grote brand deze tempel in as legt. Daarop sturen de pragmatische Romeinen gezanten uit om nieuwe Sibillijnse voorspellingen te halen.

Lang heeft Tarquinius niet van zijn blik in de toekomst kunnen genieten. In 506 v. Chr. wordt hij definitief aan de kant gezet. Tarquinius is een Etruskische vorst. Nadat Tarquinius was verdreven, belegert Porsenna (koning van de Etruskische stad Clusium) Rome, om de heerschappij over Rome te herstellen. De Romeinen trekken uiteindelijk aan het langste eind en er breekt een nieuwe tijd breekt aan: die van de Republiek. Want koningen hoeven ze niet meer in Rome.

vrijdag 27 januari 2012

De activiteitenagenda van de Week van de Klassieken

Klik of tik op de afbeelding voor een vergroting
Dit is 'm dan. Het affiche bij de Week van de Klassieken. Gisteren vond de presentatie van de Week van de Klassieken plaats. Met één klik van de muis stond de website van de Week online. Niet veel later volgden de eerste tweets en daarna was het de beurt aan het landelijk persbericht. De Week is gepresenteerd.

Ik heb het hier al vaker gezegd: Allard Pierson Museum, Museum Het Valkhof, Rijksmuseum van Oudheden en Tresoar organiseren de Week van de Klassieken. Deze Week wordt mede mogelijk gemaakt door Labrys Reizen en Historisch Nieuwsblad. We vragen in de Week extra aandacht voor de oudheid, en we doen dit aan de hand van een thema. Dit jaar hebben we gekozen voor mythologie. De Week wordt gehouden van 17 tot en met 26 april.

Het was een spannende dag gisteren. Er zitten maanden van voorbereiding in. Maar met de presentatie alleen zijn wij er ook nog niet. Activiteiten worden verder voorbereid of groeien met de Week mee, steeds groter en verder, zoals de Grote Ken-Je-Klassiekenquiz voor gymnasiasten.

Wie nu op de site kijkt, ziet al een behoorlijke gevulde Agenda. Dit zijn de activiteiten van de vier organiserende partners, en deze vormen het hart van de Week. Maar daarmee is de Agenda nog lang niet vol en gereed. Wij willen graag andere partijen oproepen ook activiteiten te organiseren gedurende de Week. Denk aan een lezing in bibliotheek of boekhandel, een leerlingenactiviteit op school of een voordracht van een Griekse mythe door een verhalenverteller. Of weer wat anders. Activiteiten zijn erg welkom. Je kunt deze doorgeven aan agenda@weekvandeklassieken.nl.

Het affiche hierboven is ook te downloaden vanaf de site van de Week. Stuur het rond, print het uit, hang het op! Zo maken we er met ons allen een succesvolle Week van de Klassieken van.

maandag 23 januari 2012

Muze op Maandag: partijcongressen in het oude Rome?

Rechts op de voorgrond: het senaatsgebouw op het Forum Romanum
(foto: Dives Gallaecia; bron: http://www.flickr.com/photos/divesgallaecia/4577170571)
Dit weekeinde hielden twee gevestigde politieke partijen hun congres. Partijpolitiek in onze zin van het woord, daar deden de oude Romeinen niet aan. Maar verschillende bevolkingsgroepen hadden wel hun eigen belangen. Muze op Maandag mengt zich in de Romeinse politiek.

Vanaf de vijfde eeuw v. Chr. wordt het Romeinse Rijk bestuurd in de vorm van een republiek, met (in vereenvoudigde vorm) een senaat, een volksvergadering en diverse bestuurlijke ambten. De volksvergadering beslist uiteindelijk, maar volgens traditie en gewoonte komen deze voorstellen pas bij de volksvergadering nadat zij geheel naar het zin zijn van de senaat.

In die senaat zitten de nobiles, de adel, een kleine groep welgestelden waaruit ook de beide consuls (de hoogste bestuursambt van de Romeinse Republiek) worden gekozen. Ook de equites, de ridders, zitten in de senaat. Zij leveren niet of nauwelijks een consul. Staatsman, redenaar en filosoof Cicero (106 - 43 v. Chr.) is misschien wel de beroemdste uitzondering hierop. De volksvergadering staat onder leiding van tien tribuni plebis, de volkstribunen.

Vanaf de tweede eeuw v. Chr. komen er politici (volkstribunen) die voor het realiseren van hun wensen niet de weg die eerst langs de senaat gaat, bewandelen, maar zich rechtsreeks richten tot de volksvergadering. De broers Tiberius en Gaius Gracchus zijn een van de eerste die deze nieuwe politiek bedrijven. Zeer tegen de tradities en gewoonten van het Romeinse bestuur in. Zij worden al gauw populares genoemd. Politici die vinden dat de senaat het belangrijkste bestuursorgaan moet blijven, worden boni of optimates genoemd.

Partijcongressen waren er dus niet in het oude Rome. Het gaat in het politieke landschap van Rome niet om verschillende partijprogramma's maar om verschillende methodes om je doelen te bereiken. Zowel populares als optimates behoren tot de nobiles, de adel.

In de eerste eeuw v. Chr. leidt deze tweestrijd tot een burgeroorlog. Enkele populares, waaronder Caesar, kiezen ervoor om zich diep in de schulden te steken om de gunst van het volk te kopen en zo hun eigen politieke agenda uit te voeren; de tegenstanders, de optimates, weigeren in te zien dat hervormingen noodzakelijk zijn om de uit de hand gelopen situatie weer te kalmeren. Uiteindelijk zijn er een burgeroorlog en een alleenheerser (de latere keizer Augustus) voor nodig om beide partijen weer in het gareel te brengen. Maar dan is de republiek al weer ten einde.

dinsdag 17 januari 2012

Muze op Dinsdag: poëzie van Horatius

'Portret' van Horatius door Anton von Werner
Bron: Wikimedia Commons
De Muze van Dinsdag kiest vandaag voor poëzie van de Romeinse dichter Horartius.
Bron van Bandusia, fonkelend als kristal,
heerlijke wijn en een bloemenkrans waardig,
     morgen krijg je een bokje
  dat door bultige hoorntjes

pril op de kop, tot strijd en liefde is voorbestemd;
vergeefs, immers dit jong van dartele troep
      zal jouw ijskoude water
  kleuren met bloedrode gloed.

De blakende Hondsster weet op zijn wrede uur
jou niet te raken. Jij deelt het dwalend vee,
     stieren moe van het ploegen,
  zoete troost van je koelte toe.

Nu ik zing van een eik die zich geworteld heeft
boven de holle rots waaruit jouw waterstroom
     kletst en klaterend wegspringt,
  word ook jij een beroemde bron.
(Horartius, Oden, 3, 13; vertaling: P. Schrijvers (2003))

zaterdag 14 januari 2012

Hmmm. Nog steeds mobiel bereik

Foto: Rev Dan Catt
Bron: http://www.flickr.com/photos/revdancatt/2677628637
Nog nooit heb ik er zo naar uit gekeken geen bereik te hebben op mijn mobiele telefoon als nu.

"Zo. Die is wel heel erg oud. Deze heb ik nog nooit eerder gezien." Aldus de verkoper toen deze mijn huidige mobiele telefoon zag. Ik maak de overstap van een mobiele telefoon met prepaid naar één met abonnement. Daartoe heb ik mij flink verdiept in de wereld van de telecom. Tarieven naspeuren op vergelijkingssites, informatie zoeken over 'normaal' dataverbruik, belminuten en databundels vergelijken, dekkingskaarten bestuderen, informatie en folders halen in verschillende winkels, en de kleine letters van de verschillende aanbieders lezen.

De wereld opent zich verder. Duurder abonnement met een goedkoper toestel hier, afrekenen per seconde daar, dataverbruik afgerekend per 10 kb zus, onbeperkt sms'en zo: het is soms lastig vergelijken. En dan kun je ook nog rekening houden met download- en uploadsnelheid, tarieven buiten de bundel, wel of niet voip en sms-via-internet, verdubbelaars, looptijd van één jaar of twee jaar, en de houdbaarheid van je tegoed. En vergeet vooral de keuze voor je toestel niet.

Dat laatste was in mijn geval niet zo moeilijk, op die andere punten heb ik flink zitten studeren. Inmiddels ben ik er uit. Ik wacht alleen nog op het moment dat het bereik op mijn huidige toestel wegvalt. Want dan is mijn prepaidnummer overgezet naar het abonnement en kan de voorpret plaatsmaken voor het echte werk. Ik kan niet wachten.

dinsdag 10 januari 2012

De 25 mooiste bibliotheken

Old Library, St. John's College, Cambridge
(foto: the pale side of insomnia; bron: www.flickr.com/photos/the_pale_side_of_insomnia/3062749051)
Heb je je al eens afgevraagd wat de mooiste bibliotheek is? Flavorwire (Cultural News and Critique) wel. Het zette de 25 mooiste bibliotheken op een rij. Kijk en geniet.

(met dank aan @eburon_delft)

maandag 9 januari 2012

Muze op Maandag: hoog water en droge voeten

Hegebeintum: met negen meter de hoogste terp van Friesland
Water. Veel water. Hoog water ook, trouwens. Dat hadden we de afgelopen dagen in Noord-Nederland. Het is niet de eerste keer dat Noord-Nederland te maken had met wateroverlast. Meer dan tweeduizend jaar geleden liep het Noorden ook al onder water. Twee keer per dag zelfs. Muze op Maandag begint alvast met hozen en toont een ooggetuige verslag.

Vroege bewoners van Noord-Nederland kunnen meepraten als het om hoog water gaat. Al vanaf de zesde eeuw v. Chr. is het gebied van het huidige Friesland bewoond. Het leefgebied van deze vroege bewoners was een combinatie van een kwelder- en waddenlandschap dat onder directe invloed stond van de getijden. Aanvankelijk woonden zij op hoge oeverwallen, maar toen de zeespiegel ging stijgen, verhoogden zij hun woonplaatsen. Hieruit zijn de terpen (of: wierden) ontstaan: kunstmatig opgeworpen woonheuvels die ruimte boden aan een (groepje) boerderij(en).

In 47 n. Chr. bezocht een Romeinse officier dit terpenlandschap in Noord-Nederland. Hij maakte aantekeningen van wat hij zag en verwerkte deze later in zijn werk Naturalis Historia. Plinius de Oudere is de naam van deze officier. Hieronder een fragment uit dit ooggetuigenverslag van hoog water van bijna tweeduizend jaar geleden:
Ik heb het leven geobserveerd van degenen die het moeten stellen zonder bomen of gewassen en mijn bewondering dwingt mij iets te zeggen over hun levenswijze. In het noorden heb ik bijvoorbeeld de zogenaamde Grote en Kleine Chauken [dit is: een volk ten oosten van de Friezen] gezien. Daar overspoelt de Oceaan in zijn ontzaglijke omvang tweemaal per etmaal met vaste tussenpozen een onafzienbare vlakte, zodat je je afvraagt wat het verborgen, onophoudelijk betwiste gebied nu eigenlijk is, land of zee. Daar woont een armzalig volk op hoge terpen en eigenhandig gebouwde stellages, die hun woningen doen uitsteken boven de hoogst bekende waterstanden. Wanneer de golven het omliggende land overspoelen, lijken de bewoners op zeelieden, maar als het water is geweken zijn het net schipbreukelingen. Dan jagen ze rondom hun hutten op de vissen die met het zeewater proberen te vluchten. Omdat ze geen vee kunnen houden, voeden zij zich - anders dan hun buren - niet met melk; en omdat het struikgewas in de wijde omtrek is weggespoeld, kunnen ze ook geen wild vangen. Uit riet en biezen vlechten zij touw waarvan ze weernetten knopen om te vissen. Ze drogen - meer in de wind dan in de zon - met de hand geschept slijk, en met turf verwarmen ze hun maaltijden en hun door de noordenwind verstijfde ledematen. Ze hebben geen andere drank dan regenwater, dat ze bewaren in kuilen op de voorhof van hun huizen. En deze mensen bestaan het - als ze tegenwoordig door de Romeinen worden overwonnen - te verklaren dat ze hun vrijheid hebben verloren! En zo is het maar net, want dikwijls straft het Noodlot mensen door ze in leven te laten!
(Plinius de Oudere, Naturalis Historia 16.1-4; vertaling J. Lendering (2010))

Meer weten?
- bespreking van de lage landen in de ogen van de Grieken en Romeinen op de website Livius van Jona Lendering

vrijdag 6 januari 2012

Gevangen in drukwerk

Drukpers; foto: GmanViz
Bron: http://www.flickr.com/photos/gmanviz/6386655939 
Op dit moment ben ik bezig met de opmaak van Convocaat, het programmaboekje dat Nederlands Klassiek Verbond, afdeling Friesland uitgeeft om de leden van onze afdeling te informeren over de lezingen en activiteiten van onze afdeling voor het komend (huidig) seizoen.

Dat is altijd een leuke klus. Ik gebruik hiervoor het bekende pakket InDesign. De tekst een puntje groter, tekstkolommen ten opzichte van elkaar uitlijnen, het logo een (tiende)millimeter naar links, nee, toch weer naar rechts: ik kan mij er prima mee vermaken.

Zoals dat gaat met het opleveren van dit jaarlijkse programmaboekje, is er een deadline. En zoals dat ook gaat, zou je graag net wat extra informatie in je drukwerk op willen nemen dan je op moment van samenstellen beschikbaar hebt. En dan merk je weer eens hoe enorm vast en opgesloten informatie in drukwerk zit tegenover informatie publiceren via Internet. Natuurlijk, ook bij publiceren via Internet heb je deadlines te halen, maar als er na eerste verschijning iets wijzigt of je hebt extra toelichtende informatie beschikbaar, pas je dit even aan en klaar.

Mijn 'drukwerkje' legt daarentegen alles onverbiddelijk vast. Het zou de afdeling weer een extra brief aan de leden van de afdeling kosten, mocht de informatie onvolledig blijken te zijn of er onverhoopt toch iets veranderen. En dan heb ik het nog niet over die ergerlijke typefout, die nu al vanuit een hoekje naar mij zit te loeren ...

Ik beleef veel plezier aan het maken van Convocaat en ik zie reikhalzend uit naar het moment dat ik het boekje voor het eerst echt met mijn handen kan voelen. Maar de flexibiliteit van digitale informatieverspreiding bevalt mij toch beter. Eén troost, het programma van de afdeling Friesland staat (binnenkort) ook op Internet.

maandag 2 januari 2012

Muze op Maandag: koppen op munten

Romeinse aureus (Augustus) rond de jaartelling
(collectie Fries Museum)
De Euro bestond gisteren tien jaar. Reden voor een feestje? In andere omstandigheden wel, maar nu even niet. Het leek zo mooi, tien jaar geleden: de Euro zou onder meer zorgen voor meer stabiliteit en eenheid in Europa. Deze truc van eenheid haalde men in de Romeinse oudheid ook al uit. Muze op Maandag legt het uit.

Koppen van personen op munten. Nu vinden we dit heel gewoon, maar in de Romeinse oudheid was dit wel anders. Portretten van goden of mythische helden kwamen veel voor op munten uit de begintijd van de geslagen Romeinse munt. Hercules is er zo een op de voorzijde van zilveren denarii vanaf 269 v. Chr., met op de achterzijde de wolvin met Romulus en Remus afgebeeld.

Vanaf het begin van de eerste eeuw v. Chr. vervangen de muntmeesters deze iconografie. Zij sloegen munten met voorstellingen uit hun eigen familiegeschiedenis op de achterzijde, terwijl op de voorzijde nog de godekop bleef staan. Maar ook de goden moesten plaats maken: beroemde voorvaderen uit de geschiedenis eisten hun plek op de munt. Deze portretten werden goed gekozen, meestal omwille van propaganda.

En zo werden de Romeinse munten niet alleen een betaalmiddel, maar ook een middel voor propaganda. Julius Caesar was de eerste die zich bij leven op een munt liet afbeelden. En de keizers na hem hebben dit gebruik gretig overgenomen. De munt die zich verspreidde over het hele Romeinse Rijk, was immers een perfect middel om te communiceren met inwoners in alle gebieden van het uitgestrekte Romeinse Rijk.

De keizers voorzagen de munten van een uitgebreide iconografie. Zij lieten zich daarbij graag van hun beste kant op de munt afgebeeld zien. Draagt de keizer een lauwerkrans, dan is hij de zegevierende generaal; heeft hij een helm, dan is hij de beschermer van het rijk, om maar enkele voorbeelden te noemen. En ook de achterzijde stond bol van betekenis, met de grote daden van de keizer uitgebeeld in werkelijkheid of via personificaties. Munten werden met zorg vormgegeven en daaruit moet wel blijken dat elders in het rijk deze boodschappen goed werden ontvangen.

Pas in de vierde eeuw wordt de taal van de munt eenvoudiger omdat ook 'barbaren' onder wie de munten steeds verder werden verspreid, de munten moeten kunnen interpreteren. De oude goden verdwijnen, symbolen uit het Christendom komen ervoor in de plaats, en de iconografie versimpelt tot vaste formules. De keizer is de Hersteller van de staat en de overwonnen barbaar is de bijfiguur.

Meer weten?
- vijf keer klassiek geld

zondag 1 januari 2012

De beste wensen!

Foto: Isabelle Grosjean
Bron: Wikimedia Commons
De beste wensen voor het nieuwe jaar!