maandag 17 januari 2011

Muze op Maandag: encyclopedist Plinius de Oudere

Vesuvius
Foto: Stuck in Customs
Bron: http://www.flickr.com/photos/stuckincustoms/191469481
Afgelopen zaterdag was het precies tien jaar geleden dat Jimmy Wales de Wikipedia heeft opgericht. Tweeduizend jaar gelden leefde een andere encyclopedist. Deze encyclopedist had een werk voor ogen zoals niemand vóór hem heeft gepresteerd: in een alomvattende encyclopedie kennis verzamelen en vastleggen om deze veilig te stellen voor het nageslacht. Deze encyclopedist is Gaius Plinius Secundus, ook wel Plinius de Oudere genoemd.

Plinius de Oudere (23/ 24 - 79) is om meerdere redenen bekend. Natuurlijk, hij was de oom van Gaius Plinius Caecilius Secundus (Plinius de Jongere), de brievenschrijver, die in een tweetal brieven verslag heeft gedaan van de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n. Chr. Daarnaast was Plinius de Oudere staatsman en strateeg. Zo neemt Plinius de Oudere deel aan de veldtocht onder leiding van Corbulo tegen de opstandige Chauken waarbij Corbulo en passant de Friezen toevoegde aan het Romeinse Rijk. Voor even dan.

Maar Plinius de Oudere is vooral bekend om zijn encyclopedie. Zijn werk, Naturalis Historia, is een onuitputtelijke bron van informatie. Kosmologie, geografie van West-Europa, via Afrika tot het Verre Oosten, mens- en dierkunde, insecten en plantenkunde, geneeskunde, kunst, noem het maar op. Opgetekend in zevenendertig boeken. Daarin krijgt hij steeds meer bewondering voor de natuur: volgens Plinius heeft de mens een verantwoordelijkheid tegenover de natuur.

Behalve de Naturalis Historia schreef Plinius de Oudere ook over militaire, historische en wetenschappelijke onderwerpen die behalve in fragmenten in andere werken niet zijn overgeleverd. In 77 draagt hij zijn magnum opus op aan keizer Titus. Maar de honger naar kennis bleef. Zelfs bij de vulkaanuitbarsting van de Vesuvius. Plinius de Oudere gaat uit weetgierigheid de uitbarsting tegemoet, maar verandert van plan als hij hoort dat mensen in nood zijn. In Stabiae in de Baai van Napels komt hij om het leven in een poging anderen te hulp te komen.

Een kort fragment uit een beroemde passage over de inwoners van Noord-Nederland:
Twee keer per etmaal komt de Oceaan daar met geweldige watermassa’s over een onmetelijke afstand opzetten en bedekt […] Daar bewoont dat arme volk hoge terpen of vlonders die ze eigenhandig hebben opgeworpen tot de hoogste waterstand die ze hebben meegemaakt. […] En deze volkeren spreken van slavernij als ze vandaag door het Romeinse volk overwonnen worden. Zo gaat het inderdaad: het lot laat veel mensen in leven om ze te straffen.
(Plinius, Naturalis Historia 16.2-4; vertaling J. van Gelder, M. Nieuwenhuis en T. Peters)

0 reacties: