Uit: Asterix en de Romeinse lusthof, Dargaud (1971) |
De afbeelding komt uit Asterix en de Romeinse lusthof. Julius Caesar staat naast een maquette en vertelt over zijn plannen over de bouw van een Romeins lusthof vlak naast het ene dorpje. In de derde persoon, natuurlijk. Een van de toehoorders begrijpt niet over wie Caesar het heeft en nadat een tweede het hem heeft uitgelegd, komt dit plaatje.
Julius Caesar (100 - 44 v. Chr.) was een Romeins veldheer en staatsman, een redenaar en schrijver. Caesar werd gedreven door een grote honger naar macht. Hij zette het Romeinse bestuur op zijn kop (driemanschap), veroverde onder andere de Galliërs en ontketende vervolgens een burgeroorlog die hij won. In 45 wordt hij tot dictator benoemd, maar een jaar later overleeft hij de moordaanslag van de samenzwering onder leiding van Cassius en Brutus niet.
Caesar heeft veel geschreven, maar alleen de Commentarii de bello Gallico (Oorlog in Gallië) en de Commentarii de bello civili (Burgeroorlog) zijn bewaard gebleven. In beide werken doet hij verslag. Op het eerste gezicht lijkt het een objectief verslag. Het Latijnse commentarii betekent ook 'notities' of 'rapporten'. Maar niks is minder waar. Persoonlijke motieven worden weggelaten, nederlagen worden weggeschreven. Successen zijn voor Caesar, mislukkingen juist niet. Niks objectief, niks rapport, maar een gestileerd en zorgvuldig opgezet geheel.
En dan die derde persoon. Caesar had zijn verslagen natuurlijk heel goed als een ik-verhaal kunnen schrijven. Als een persoonlijk verslag van zijn successen. Maar juist dat had de door Caesar zo verlangde objectiviteit weer ondermijnd. En daarom kiest Caesar voor de derde persoon enkelvoud. De commentarii zijn nu net een feitelijk relaas van een groot generaal. Van hem. Van wie? Ah! Hij.
0 reacties:
Een reactie posten