maandag 7 maart 2011

Muze op Maandag: met je mond vol kiezels

Demosthenes
(Jean Lecomte du Nouÿ (1842 - 1923))
Bron: Wikimedia Commons
Vorige week werden de Oscars uitgereikt. De grote winnaar was The King's Speech. The King's Speech is een film over de stotterende koning George VI van Groot-Brittannië vlak voordat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Samen met logopedist Lionel Logue probeert de koning zijn stotter onder controle te krijgen.

Bij een van de trailers van deze film viel mijn oog op deze scene (0.35 min.) waarin de koning zich met een mond vol kiezels verstaanbaar probeert te maken. Kiezels en welsprekendheid. Hoe zit dat?

Het antwoord ligt bij Demosthenes. Demosthenes (384 - 322) was de grootste Atheense redenaar en daarnaast politicus. Hij trad op als de leider van de anti-Macedonische partij. Koning Philippus II van Macedonië vormde een steeds groter gevaar voor Athene. Voor Demosthenes reden om felle redevoeringen tegen Philippus II te houden, de zogenoemde Philippicae (352 - 340).

Zijn beroemdste rede is de zogenoemde Kransrede uit 330 (De Corona) waarin Demosthenes zich verantwoord voor zijn politieke standpunten na de verovering van Athene door Alexander de Grote. Na de dood van Alexander de Grote is Demosthenes opnieuw de leider van het verzet tegen Macedonië. In 322 maakte Demosthenes met vergif een einde aan zijn leven toen de Macedoniërs hem gevangen dreigden te nemen.

En dan nu die kiezels. Van Demosthenes wordt gezegd dat hij een zwakke gezondheid had. Van begin af aan was hij mager en ziekelijk en zijn moeder wilde hem niet blootstellen aan zware lichamelijke inspanningen. Dan schrijft Plutarchus (50 - 120), de biograaf van de oudheid:
Zijn lichamelijke tekortkomingen bestreed hij met de volgende training, aldus Demetrius van Faleron, die zegt dat hij dat van de bejaarde Demosthenes zelf hoorde. De onduidelijkheid van zijn uitspraak en zijn gelispel verhielp en corrigeerde hij door steentjes in zijn mond te nemen en dan de redevoering te houden, en hij oefende zijn stem door een gesprek te voeren terwijl hij hardliep of hellingen op ging en door zinnen of verzen in één adem uit te spreken. Verder had hij in zijn huis een grote spiegel; daar ging hij voor staan en werkte zo zijn oefeningen af.
(Plutarchus, Demosthenes, 11; vertaling H.W.A. van Rooijen-Dijkman)

Meer weten?
- uitgebreide informatie over Demosthenes

0 reacties: