dinsdag 6 december 2011

Muze op Dinsdag: gelauwerde vertalers

2011 was een goed jaar voor klassieke vertalers en vertalingen. Twee vertalers van werken uit (hoofdzakelijk) de klassieke oudheid vielen in de prijzen. De Muze van Dinsdag blikt terug.

Zo werd vorige week bekend dat aan Vincent Hunink een van de drie vertaalprijzen van het Nederlandse Letterenfonds is toegekend, voor vertaler als cultureel bemiddelaar. Vincent Hunink is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen en is daarnaast actief als vertaler met dit jaar onder vertalingen van het werk van Augustinus, Velleius Paterculus of Het Orakel Boek.

Uit het juryrapport:
De jury was onder de indruk van de wijze waarop hij (Hunink) daarbij vasthoudt aan zijn motto oud maar nieuw. Hunink durft bijvoorbeeld als vertaler van Tacitus’ Historiën radicaal te kiezen voor een beknoptheid die dicht bij Tacitus’ Latijn blijft, terwijl zijn woordkeuze verfrissend hedendaags is. Bovendien voorziet hij zijn vertalingen van voortreffelijke annotaties en inleidingen.
Een fragment uit de het in het juryrapport genoemde Historiën van Tacitus. Julius Civilis, de leider van de Bataven in de Bataafse Opstand, jut de Bataven op in opstand te komen tegen de Romeinen:
Civilis roept de stamleiders en felsten van het volk bijeen in een heilig woud, zogenaamd voor een feestmaal. Zodra hij ziet dat ze door nacht en vreugde verhit zijn,begint hij over roem en glorie van hun volk, somt alle onrecht en afpersingen en andere slavernijellende op. Dit is toch geen bondgenootschap meer als vroeger! Behandeld als slaven! Wanneer komt er een een bevoegde gouverneur, hoe bezwaarlijk en arrogant zijn gevolg ook is? Nee, ze worden overgelaten aan prefecten en centurio's, en als die door buit en bloed zijn verzadigd worden ze afgelost. Dan zoekt men weer nieuwe zakken om leeg te schudden, en allerhande excuses voor plundering. Nu staat er een lichting voor de deur die kinderen van ouders scheidt, broers van broers, misschien wel voorgoed. Maar nog nooit heeft Rome er zo beroerd voor gestaan! En in het winterkamp heb je louter buit en oude mannen. Ze hoeven de ogen maar op te slaan zonder schrik voor legioenen die er alleen in naam waren. Zelf hebben ze toch sterk voetvolk en ruiters? En de Germanen, hun bloedverwanten? En de Gallische provincies die precies hetzelfde willen? Ja, zo'n oorlog komt zelfs Rome niet slecht uit. Wordt het geen onverdeeld succes, dan was het 'allemaal voor Vespasianus'. En bij zege komt er geen verantwoording.
(Tacitus, Historiën, 4, 14; vertaling: V. Hunink (2010))

Eind 2010 werd bekend gemaakt dat Piet Schrijvers is bekroond met de Martinus Nijhoff Prijs 2011. De Martinus Nijhoff Prijs is de belangrijkste onderscheiding voor Nederlandse vertalers. Piet Schrijvers is emeritus hoogleraar Latijnse taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden. Schrijvers vertaalde onder andere het volledige werk van Horatius (2003), het leerdicht van Lucretius (2008) en Georgica (2004) en Aeneïs (1996 en 2011) van Vergilius. Deze laatste is onlangs in een prachtige tweetalige uitgave verschenen.

Uit het juryrapport:
Zijn werk getuigt van de bereidheid om ten behoeve van de hedendaagse Nederlandstalige lezer de teksten toegankelijker te maken, maar tegelijkertijd zoekt hij naar oplossingen waarbij de schoonheid van de oorspronkelijke tekst voor de lezer niet verloren gaat. Met zijn vertalingen heeft Schrijvers op zeer bewonderenswaardige wijze de klassieke literatuur, in het bijzonder de dichtkunst, onder de aandacht gebracht van een groot publiek.
Een fragment uit de pas verschenen vertaling van Vergilius' Aeneïs. Aeneas ziet tijdens zijn bezoek aan de onderwereld zijn geliefde, Dido (koningin van Carthago), die na het vertrek van Aeneas zelfmoord heeft gepleegd, en spreekt haar toe:
'Arme Dido, is het toch waar wat ik heb vernomen:
Heb je jezelf gedood, met het zwaard je leven beëindigd?
Ben ik de oorzaak geweest van je dood? Ik zweer bij de sterren en
goden, bij iedere vorm van trouw die bestaat in de Orcus,
tegen mijn wil, vorstin, heb ik jouw kusten verlaten.
Maar bevelen van goden, die mij nu door het rijk van de schimmen
dwingen te gaan, door het duister en een ver verlaten omgeving,
hebben ook toen mij voortgedreven. Ik kon niet geloven
dat mijn vertrek zo'n hevige pijn aan jou zou bezorgen.
Loop nu niet weg, onttrek je niet aan mijn ogen! Voor wie
vlucht je? Dit is het laatste gesprek dat het lot ons zal gunnen.'
Met deze woorden probeerde Aeneas haar woedende hart en
grimmige blik te vermurwen en tranen aan haar te ontlokken.
Zij keek niet op maar hield haar ogen strak naar de grond en
toonde geen enkel gevoel toen hij het gesprek was begonnen,
neen, zij stond daar, bikkelhard, als een steen, een blok marmer.
Eindelijk rukte zij zich van hem los en vluchtte vijandig
naar het beschaduwde woud waar haar eerste levensgezel,
Sychaeus, haar troost en haar droeve gevoelens verzacht met zijn liefde.
Aeneas, geschokt door het harde lot, volgt haar met betraande
ogen en wordt van deernis vervuld als zij zich verwijdert.
(Vergilius, Aeneïs, 6, 456 - 476; vertaling: P. Schrijvers (2011))

0 reacties: